Tijden van onzekerheid kunnen veel onrust geven. Op dit moment hebben we hier allemaal in meer of mindere mate mee te maken. En in deze tijd, waarin de coronapandemie ons leven en doen en laten beheerst, merken we dat we er allemaal verschillend op reageren.
De een geeft aan het een periode van bezinning te vinden. Ik sprak onlangs via een webinar iemand, die aangaf zich er een beetje voor te schamen dat ze het toch wel prettig vond, deze pas op de plaats. Even geen afspraken en opgelegde druk, de eigen tijd in kunnen delen en uit te rusten. Een ander die ik sprak gaf aan het verschrikkelijk te vinden omdat ze het contact met haar vrienden en collega’s mist en graag weer met iedereen wil afspreken.
Ook bij jezelf kun je verschillen opmerken. Zo merk ik bij mijzelf dat ik het de ene dag prima vind om mijn eigen gang te gaan, te schrijven, te tekenen, te wandelen, te lezen en/of te mediteren. En op een ander moment komen de muren op mij af, wil ik gewoon afspreken met vrienden en met elkaar muziek maken, eten en drinken en gezellig kletsen. Wat een verschillende ervaringen tussen mensen en bij mijzelf. En die ervaringen mag ik opmerken.
Op het moment van schrijven, zijn er maatregelen genomen die ons wat meer ruimte geven. We mogen weer sommige activiteiten gaan doen, binnenkort gaan de terrassen beperkt open en er komt wat meer sociale beweging. Voor de één een zegen dat we weer meer mogen en voor de ander betekent dit met een beetje weemoed terugkijken op de afgelopen periode en voor weer een ander geeft het onzekerheid over hoe alles opgestart gaat worden en hoe de wereld eruit zal zien.
Degenen die oplettend zijn geweest de afgelopen tijd, hebben misschien lichtpuntjes gezien die er in deze periode waren: strakblauwe luchten, minder verkeer op straat, meer bewust zijn van vogels die zingen. Ook dankbaarheid kan daarbij aanwezig zijn: dankbaarheid dat veel van ons gezond zijn gebleven, dankbaarheid voor maatregelen die genomen zijn en voor onze gezondheidszorg. Daarnaast ook verdriet: verdriet van het verliezen van geliefden of verlies van eigen gezondheid en baan. En ook nu hoor ik mensen vertellen over zogenaamde “gouden randjes”. Gouden randjes die om donkere wolken zitten, waarbij we toch kunnen opmerken wat we geleerd hebben van een moeilijke periode, wat we anders niet zouden hebben geleerd.
We hebben dus te maken met een woelige oceaan in onze samenleving. Een oceaan waar in de verte eilandjes en land zichtbaar zijn, waar we mogen bijkomen. En zien we van tijd tot tijd vuurtorens aan de horizon staan waar we ons op kunnen richten. Het voordeel van een vuurtoren aan de horizon is dat hij altijd dichterbij komt als we ons ernaartoe verplaatsen, zodat we weten: “hier is land, hier mag ik even uitrusten en bijkomen voordat de reis weer verder gaat”.
Verplaats ik dit naar deze tijd, dan zijn de eilandjes voor mij de momenten van een ademruimte of de wat kleinere beoefeningen tussendoor, zodat ik mijn zorgen en mijn gedachten even mag parkeren en mij kan richten op opmerkzaamheid van momenten van innerlijke rust of onrust. De vuurtorens, oftewel de maatregelen die genomen worden, geven weer wat richting aan de mogelijkheden die er zijn op dit moment. Hoe het zal worden, deze reis, daar hebben we geen van allen zicht op. De reis zal wel een poos duren, daar kunnen we wel rekening mee houden. Maar tijdens die reis zijn er telkens eilandjes in de oceaan die ons rust en adempauze geven en ons een beeld geven van een perspectief: de verschillende lichtpuntjes van vuurtorens in de verte die ons de weg wijzen.
De een geeft aan het een periode van bezinning te vinden. Ik sprak onlangs via een webinar iemand, die aangaf zich er een beetje voor te schamen dat ze het toch wel prettig vond, deze pas op de plaats. Even geen afspraken en opgelegde druk, de eigen tijd in kunnen delen en uit te rusten. Een ander die ik sprak gaf aan het verschrikkelijk te vinden omdat ze het contact met haar vrienden en collega’s mist en graag weer met iedereen wil afspreken.
Ook bij jezelf kun je verschillen opmerken. Zo merk ik bij mijzelf dat ik het de ene dag prima vind om mijn eigen gang te gaan, te schrijven, te tekenen, te wandelen, te lezen en/of te mediteren. En op een ander moment komen de muren op mij af, wil ik gewoon afspreken met vrienden en met elkaar muziek maken, eten en drinken en gezellig kletsen. Wat een verschillende ervaringen tussen mensen en bij mijzelf. En die ervaringen mag ik opmerken.
Op het moment van schrijven, zijn er maatregelen genomen die ons wat meer ruimte geven. We mogen weer sommige activiteiten gaan doen, binnenkort gaan de terrassen beperkt open en er komt wat meer sociale beweging. Voor de één een zegen dat we weer meer mogen en voor de ander betekent dit met een beetje weemoed terugkijken op de afgelopen periode en voor weer een ander geeft het onzekerheid over hoe alles opgestart gaat worden en hoe de wereld eruit zal zien.
Degenen die oplettend zijn geweest de afgelopen tijd, hebben misschien lichtpuntjes gezien die er in deze periode waren: strakblauwe luchten, minder verkeer op straat, meer bewust zijn van vogels die zingen. Ook dankbaarheid kan daarbij aanwezig zijn: dankbaarheid dat veel van ons gezond zijn gebleven, dankbaarheid voor maatregelen die genomen zijn en voor onze gezondheidszorg. Daarnaast ook verdriet: verdriet van het verliezen van geliefden of verlies van eigen gezondheid en baan. En ook nu hoor ik mensen vertellen over zogenaamde “gouden randjes”. Gouden randjes die om donkere wolken zitten, waarbij we toch kunnen opmerken wat we geleerd hebben van een moeilijke periode, wat we anders niet zouden hebben geleerd.
We hebben dus te maken met een woelige oceaan in onze samenleving. Een oceaan waar in de verte eilandjes en land zichtbaar zijn, waar we mogen bijkomen. En zien we van tijd tot tijd vuurtorens aan de horizon staan waar we ons op kunnen richten. Het voordeel van een vuurtoren aan de horizon is dat hij altijd dichterbij komt als we ons ernaartoe verplaatsen, zodat we weten: “hier is land, hier mag ik even uitrusten en bijkomen voordat de reis weer verder gaat”.
Verplaats ik dit naar deze tijd, dan zijn de eilandjes voor mij de momenten van een ademruimte of de wat kleinere beoefeningen tussendoor, zodat ik mijn zorgen en mijn gedachten even mag parkeren en mij kan richten op opmerkzaamheid van momenten van innerlijke rust of onrust. De vuurtorens, oftewel de maatregelen die genomen worden, geven weer wat richting aan de mogelijkheden die er zijn op dit moment. Hoe het zal worden, deze reis, daar hebben we geen van allen zicht op. De reis zal wel een poos duren, daar kunnen we wel rekening mee houden. Maar tijdens die reis zijn er telkens eilandjes in de oceaan die ons rust en adempauze geven en ons een beeld geven van een perspectief: de verschillende lichtpuntjes van vuurtorens in de verte die ons de weg wijzen.